Door Jaap Luikenaar
Al meermaals heb ik hier in mijn blogs geschreven dat ondanks alle belangstelling voor borstkanker en de borstkankerpatiënt de partner vaak het ondergeschoven kind is. Over hem (soms haar) hoor of lees je maar mondjesmaat iets. En dat terwijl zijn rol vóór en tijdens de behandeling in het ziekenhuis, of in de vaak lange herstelperiode ó zo belangrijk is. Al zal hij dat zelf nooit hardop zeggen. Partners – meestal mannen – praten überhaupt maar weinig over wat hen bezig houdt. Het zijn echte eigenheimers, ofwel binnenvetters. (Het gaat hier dus niet over aardappels).
Huh? Binnenvetter? Gaan we de partner hier ineens een beetje beledigen? Mischien wel goed om de kwalificatie ‘binnenvetter’ daarom eens wat uit te diepen. Het zijn mensen die:
– zichzelf niet laten zien
– hun gevoelens niet of nauwelijks (durven) uiten
– heel beheerst overkomen, terwijl ze van binnen koken
– niet praten, wel piekeren
– afstandelijk en beredeneerd zijn
– zichzelf wegcijferen door alles maar te relativeren
– eigenzinnig zijn en onverstoord hun gang kunnen gaan
– naar binnen gericht – introvert – zijn
– hun mening voor zich houden, om anderen niet te kwetsen
– geen woorden kunnen vinden om hun gevoel te omschrijven
– alles opkroppen: zichzelf liever opvreten dan zich te uiten
… en zo gemakkelijk tegen een burnout of stress aanlopen, waardoor ze geen steun en toeverlaat meer kunnen zijn voor hun geliefde patiënt. Integendeel, het zet hun relatie onder druk. En dat in een periode dat van die relatie toch al veel gevraagd wordt vanwege de borstkanker.
Binnenvetter of flapuit
Niet bepaald fijne, open mensen, die partners, zou je kunnen concluderen, bij het lezen van deze wat sombere opsomming. Maar zoals vaak wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Het is maar één van hun karaktereigenschappen. Daarnaast kunnen ze net zo goed trouw, lief, hulpvaardig, verzorgend en attent zijn. Dus enige relativering is hier wel op zijn plaats. Binnenvetters kunnen vaak goed luisteren (en dus advies geven.) En ook al zullen ze in een volle zaal het liefst hun mond houden, in een 1:1 gesprek zijn ze meer op hun gemak. Daar komt nog bij: áls ze iets zeggen, dan is dat meestal raak. En als laatste: bedenk dat ook aan de tegenpool van een binnenvetter – de flapuit – schaduwkanten zitten.
Overigens is die kwalificatie ´binnenvetter´ of´eigenheimer´ ook mij niet vreemd. ‘Praat er over, Jaap; uit je eens’, is de aansporing die ik thuis nog wel eens krijg.
Praat erover
Om die partner een beetje uit zijn gesloten tent te lokken, heb ik de afgelopen tijd diverse bijeenkomsten georganiseerd, in nauwe samenwerking met Inloophuizen, tegenwoordig ‘Centra voor leven met en na kanker’ genoemd. Zo staan ook begin volgend jaar weer bijeenkomsten geagendeerd in Roermond en Breda en Gorinchem onder de noemer ‘Kanker en je relatie’. Niet alleen bedoeld voor (‘stille’) partners maar ook voor hun ‘patiënt’: samen moeten ze het immers zien te redden in die pittige tijd rond en vooral na de (borst)kankerberhandeling.
Borstkankersymposium Doorn
Tot slot wijs ik graag op de bijeenkomst van zaterdag 16 maart 2024, wanneer de negende editie van het landelijke Borstkankersymposium in Doorn plaatsvindt. Als programma-onderdeel organiseer ik daar een workshop waarop we, als mannen-onder-elkaar, praten over wat de borstkanker van je vrouw*) met jou als partner of naaste doet. Hoe ga jij om met angstige, onzekere en verdrietige tijden? Hoe combineer jij de zorg thuis met je werk? Heb je een uitlaatklep? Kom je nog wel aan je hobby’s toe? En hoe hou je jullie liefdevolle relatie in stand?
Ik hoop je daar te zien!
*) en ben jij de vrouwelijke partner van een man of vrouw met borstkanker, dan ben je daar vanzelfsprekend ook van harte welkom